-
1 décision
décision [deesiezjõ]〈v.〉3 vastberadenheid ⇒ beslistheid, besluitvaardigheid♦voorbeelden:ma décision est prise • mijn besluit staat vastdécision judiciaire • rechterlijke beslissingrendre une décision • uitspraak doen→ espritf1) beslissing, besluit2) uitspraak [juridisch] -
2 décision arbitrale
décision arbitrale -
3 commercial arbitration
commerciële arbitrage (beslissing over zakelijke onenigheid in handen van de scheidsrechter) -
4 appeal
n. aanvraag; beroep--------v. aanvragen; beroepenappeal1[ əpie:l]♦voorbeelden:2 give notice of appeal • appel aantekenen, in (hoger) beroep gaanlodge an appeal • beroep aantekenen————————appeal22 aantrekkelijk zijn voor ⇒ aanspreken, aantrekken♦voorbeelden:1 appeal to someone for something • iemand (om) iets verzoeken, iemand om iets smeken2 that book/idea doesn't appeal (to anyone) • dat boek/idee spreekt niemand aan→ appeal to appeal to/II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
5 obligatory arbitration
verplichte scheidsrechterlijke beslissing (verplichting van tevoren genomen door beide zijden zich tot scheidsrechter te wenden in geval van onenigheid)
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский